U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schoondochter"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ofproten: Ik had een tinnen koffiepot, maor mien schoondochter hef het mij ofproot (Rolde)
- opzolten: Het aol mensk kan zuk nou wal opzolten, schoondochter hef de boks an (Westdorp)
- schoondochter: Ik zin bliede dat oeze schoondochter gèern boerenwark doen mag (Sleen)