U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schoren"
Resultaten 1 - 5 van 5
- beplukken: Het korenvak wör schoren en het heuivak wör beplukt
- draagplaat: De schoren van de gebientestiel onder de draagplaete bint de jachtbaanden (Wapserveen)
- schoegeln: schobben II, schoren II
- schoren I: Wij moet die schuur schoren, aans kan e wel ies umvallen (Ekehaar)
- toognagel: De schoren in de toren mut ze mit toognagels vaste maken (Pesse)