U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schroeven"
Resultaten 1 - 6 van 6
- lös I: Het stiet op lösse schroeven
- ofdrèeien: Die schroeven bint verroest, die kuj zo ofdrèeien
- roest I: Ik kun die schroeven niet lös kriegen, het was almaol roest (Zwiggelte)
- schroeven: Dat holt moej niet spiekern, dat moej schroeven (Wijster)
- steeksleutel: Met de steeksleutel drèei ik die schroeven wal even an (Borger)
- vastschroeven: Schroeven, daor kuj alles mit vaste schroeven (Ruinen)