U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schroot"
Resultaten 1 - 7 van 7
- schroot I: Old iezer gooi wai bai het schroot (Norg)
- schroot I: Die aolde auto kan wel bij de schroot (Borger)
- schroot I: Alle ofval nuimen wai hier wel schroot (Peize)
- schroot I: Brokken puun is schroot (Nijeveen)
- schroot I: veur de schroot
- schroot I: Dei aolde auto's gaot almaol veur de schroot weg (Roswinkel)
- schroot II: Een schroot is de onderste en bovenste plaank oet een boom, met een schune kaant (Eexterveen)