U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schuner"
Resultaten 1 - 3 van 3
- schoemer(d): schuner
- schuner: Een schuner is een loerder, dei overal lop of er wat te halen is (Barger Oosterveld)
- schuner: Een schuner löp vake op steden, waor as hij niks hef te zuken (Zuidwolde)