U zocht voorbeeldzinnen met daarin "simpel"
Resultaten 1 - 9 van 9
- aoventuren: Dat kuj simpel aoventuren (Schoonlo)
- gok: IJ kunt simpel een gok waogen (Oosterhesselen)
- simpel: Hij is niet al te schrander, hij is wat simpel (Roderwolde)
- simpel: Dat kuj simpel mitnemen, het is neet zwaor (Diever)
- simpel: Daor koj niet zo simpel of; dat wordt betalen! (Sleen)
- simpel: Dat keunt wie simpel proberen (Barger Oosterveld)
- simpel: Dou mor, het is zo simpel as wat (Valthermond)
- simpel: Je kunt hum simpel vraogen (Balloo)
- vergaren: Laot hum maor lopen. Hij liekt wat simpel, maar intussen vergaart hij ze (Meppel)