U zocht voorbeeldzinnen met daarin "slee"
Resultaten 1 - 10 van 10
- arreslee: Met een arreslee bedool wij een slee met één of twee peer der veur (Anderen)
- glieiezer: Een slieter an een slee is een glie-iezer (Zuidwolde)
- loper: Dat bint de lopers van de slee (Noordscheschut)
- prikstok: Hij gebruukt twei prikstokken veur de slee (Barger Compascuum)
- Sint-Matthies: Mit Sinte Matthies was der nog gien ies, en de zesden mèert reden ze nog mit slee en pèerd (Wapse)
- slee II: Ik heb de mond zo slee, het zal wal van de bezen kommen (Oosterhesselen)
- sleep: weidesleep, slee I
- sleep: slee
- sleep: slee
- slieter I: Under an de slee zit tweei slieters; aans hej vort slietaozie (Eext)