U zocht voorbeeldzinnen met daarin "sleup"
Resultaten 1 - 11 van 11
- achterkamer: Ein van de kinder sleup in het aachterkaomerie under het ofdak
- hilde I: Hiel vrogger sleup de knecht op de hilde (Coevorden)
- inslaopen: Hij was zo mu, hij sleup drekt in (Noordscheschut)
- knaoren: Het kiend knaorte wat as ze sleup
- lappendeken: Hij sleup onder een aolde lappendeken (Barger Oosterveld)
- naonacht: Ik sleup pas in de naonacht (Zeyen)
- sleup: Wai deden aaid een sleup om de zere vinger (Eexterveen)
- sloef I: sleup
- sloepen I: Hie sleup langs het hoes en keek deur de roeten, mor hie zag niks (Oosterhesselen)
- slurpien: sleup
- vingerdop: sleup