U zocht voorbeeldzinnen met daarin "slikken"
Resultaten 1 - 7 van 7
- likken: slikken
- sleikerd: Hol dien lange sleikerd toch binnen (Nsch), Hij zit mit zien lange sleikerd in de pudding te slikken (Barger Compascuum)
- slikken: Hier hej een pillegie. Nim der maor een slokkie water bij en dan good slikken (Beilen)
- slikken: Hij kreeg een bittere pille te slikken (Wapse)
- slikken: Veul slikken is slecht veur het gebit (Schoonebeek)
- slikken: De hond zat mij te slikken (Eelde)
- snuk: Zeuven slokkies waoter slikken zunder hikken (Tweede Exloërmond)