U zocht voorbeeldzinnen met daarin "sloot"
Resultaten 1 - 20 van 177
- anloop: Ik make een anloop um aover de sloot te komen (Stuifzand)
- anloop: Hij nam een grote anloop, mar hij kwam midden in de sloot terecht (Klazienaveen)
- anzet I: Hai nam een kleine anzet en sprung toen over de sloot (Een)
- bamkop: Ik huld mie vaste an de bamkop, anders was ik in de sloot gleden (Nieuw Schoonebeek)
- bat: Over de sloot lig een battentje (Emmer Compascuum)
- batting: Under een brugge over de sloot zaten veer battings (Sleen)
- begunsel: Hij hef zien begunsel in de sloot gooid
- betunen: De sloot betunen, aans valt alles in (Dwingelo)
- betuning: Der komt een neie betuning aan de sloot langs (Emmer Compascuum)
- biethap: Pas op, koom niet te dichte bij de sloot, dan pakt oe de biethap (Broekhuizen)
- bijglooien: Wie moet die sloot even wat bieglooien (Klazienaveen)
- blauwgien: Blauwgie is een waterplaante, veural in leeg laand en op de boden van de sloot (Havelte)
- boorlien: Bij de boerschup hadden ze een boorlien. Aj een sloot graven wilt, dan moej de boorlien derbij hebbe (Sleen)
- buiteln: Hij is naor de sloot in ebuiteld (Nijeveen)
- bullebak: Pas toch op door bij die sloot; zo dommee pakt de bullebak oe (Broekhuizen)
- chauffeur: Het is gien beste chauffeur,hij hef al een maol of wat in de sloot zeten (Weiteveen)
- dam: Hij het een dam in de sloot gooid (Roderwolde)
- dammen II: Die sloot musse wij mar dammen (Ruinerwold)
- dempen: Zij bint de sloot an het dempen (Uffelte)
- deurzwiepen: De plaanke aover de sloot zwiepte deur (Zuidwolde)