U zocht voorbeeldzinnen met daarin "sloppen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- slokken: sloppen
- slop I: Die zuster warkt in de sloppen van Bombay (Barger Oosterveld)
- sloppen: Die aolde schoenen begunt mij aordig te sloppen (Ekehaar)
- sloppen: Dat sloppen begunt mij te vervelen, ik heb aaid de hakken van de hosen (Sleen)