U zocht voorbeeldzinnen met daarin "smerigheid"
Resultaten 1 - 4 van 4
- glèren: Die boks die gleert je van smerigheid um de kont (Padhuis)
- keep I: Tegen de smerigheid hew een keep op de put zet (Padhuis)
- smerigheid: Dei smerigheid krieg ik der nich weer of (Barger Oosterveld)
- smerigheid: In de smerigheid zijn of zitten