U zocht voorbeeldzinnen met daarin "snel"
Resultaten 1 - 9 van 9
- gulp: snel
- haze: Hij is zo snel as een haze (Hoogeveen)
- leugen: Al is de leugen nog zo snel, de waorheid aachterhaolt hum wel (Norg)
- pöppelboom: Een pöppelboom gruit snel op (Barger Oosterveld)
- snel I: De meester stun veur de klasse mit de snel lös (Roswinkel)
- snel II: Het mot tegenwoordig allemaol snel gaon (Hijken)
- snel II: Hij is snel op koekies (Ruinerwold)
- snelfieter: (snelle) fiks, snel I
- voelboom: Een voelboom gruit ontzettend snel (Klazienaveen)