U zocht voorbeeldzinnen met daarin "snuk"
Resultaten 1 - 8 van 8
- beschrikt: As iene de snuk hef, moej hum even beschrikt maken (Nieuw Dordrecht)
- hik: snuk
- meer I: Ik en snuk gungen over het meer/Snuk bleef weg en ik kwam weer
- snik: snuk
- snuk: Het is niet gevaorlijk, mar bar lastig, aj de snuk hebt (Oosterhesselen)
- snuk: Ik en snuk gungen over het meer/Snuk bleef oet en ik kwam weer (Zeyen)
- snuk: Ik en snuk gungen over de brug/Ik kwam weer en snuk bleef terug
- vis: Vissien, vissien, tuk/Mien vaoder hef de snuk/ Mien moeder hef een pier in de hals/Vissien, vissien,