U zocht voorbeeldzinnen met daarin "som"
Resultaten 1 - 8 van 8
- allermoeilijkst: Wat is dat een allermoeilijkste som (Emmer Compascuum)
- behèurlijk: Dei som was beheurlijk stoer (Emmer Compascuum)
- fout II: Die som is fout (Zweelo)
- oetkomst: De oetkomst van de som is niet goud (Zeyen)
- oetleggen: Meester mot die som beter oetleggen, zeg mor (Eext)
- opgeven: Ik zal je een som opgeven, die moej dan in hoes mor is oetreken (Eext)
- proef: Hij nemp de proef op de som (Nieuw Amsterdam)
- tegenan: De som was niet zo stoer, mor de meeisten keken der wat vrömd tegenan (Eext)