U zocht voorbeeldzinnen met daarin "soort"
Resultaten 1 - 20 van 128
- achterbuurt: Det achterbuurtien, daor woont niet aans as hakmak, wat minder soort volk (Koekange)
- albasten: Een albastern knikker was van een soort leim, een beetje broenig, wat dikker en soms haost neit heil (Roden)
- anknuppen: Knupt gien connecties an mit det soort volk (Ruinerwold)
- aordig: Het is wat een aordig soort
- bam I: Bam is een soort bente, een hard soort gras (Emmen)
- bam I: ... is een soort wild gras (Nieuw Schoonebeek)
- bedeldeken: Vrogger wurden der uut armoede wel ies bedeldèkens emaakt, mar tegenwoordig wordt zuk soort dèkens (Koekange)
- belmusse: Een kniepmusse is een soort bellemusse mit lange nekken, zoas ze vrogger dreugen op 't Hooveine (Zuidwolde)
- berlienzulver: Berlienzulver zat an pèerdetomen, het was een soort nikkel (Sleen)
- bewaarappel: Dat soort, dat wie hebt, bunt gien bewaarappels (Barger Oosterveld)
- bitterholt: Bitterholt, ok wel popkullenholt is een stroekgewas, een geel soort holt (Eext)
- blauwgres: Blauwgrös is een hard soort grös, dat niet geschikt is veur knienevoer (Hollandscheveld)
- blauwveen I: Blauwven was het beste soort ven, mus halfnat in de bult, anders kreej almaol brokken (Padhuis)
- Briel, den: Van zuk soort
- deurfokken: Det is goed soort, daor muuw wel van opfokken en mit deurfokken (De Wijk)
- deurhouwer: Een krabber of deurhouwer is een soort harke mit vief of zeuven briede taanden umme het laand in het (Elim)
- dons: Dons is een soort veen, dat op de törflaog zat
- driederhande: Driederhande soort jongen (Coevorden)
- eerst: Die erpel is eerste soort (Dalen)
- flemerij: Ik hol nich van dat soort flemerij (Barger Oosterveld)