U zocht voorbeeldzinnen met daarin "soppen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- prakken: Prakken of soppen is met het eten alles fiendrukken met de vörk (Weerdinge)
- proekseln: De eerpels soppen, jus der deur en dan deur mekaor proekseln (Roden)
- sappen: soppen
- sobben: soppen
- soppen: Zo'n inkomen kun ie ok niet arg roem van soppen (Kerkenveld)