U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spatten"
Resultaten 1 - 7 van 7
- netvet: Het netvet, daor zit veule klieren in. Aj dat schrimt, hej veule last van spatten (Hollandscheveld)
- spat II: Het peerd hef schone bienen; gien spatten of gallen (Ruinerwold)
- spat II: Ze haar de spatten weer smeu
- spat II: Hij hef spatten in het bien (Zuidwolde)
- spatten: Spatten is knikkern in de klompe (Barger Oosterveld)
- spatten: Spatten deden ie in een koelegie (Zuidwolde)
- spattern: spatten