U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spekglad"
Resultaten 1 - 5 van 5
- glien: Het is spekglad, pas mar op dej niet van de bienen gliedt (Koekange)
- glissen: De straote is spekglad, het is glissen en glien zunder ende (Hoogeveen)
- ligger: Pas mor op daj der niet ofdukelt, de liggers bint spekglad (Hijken)
- post III: De post op de mestbult is spekglad (Barger Oosterveld)
- spekglad: Het was spekglad op de weg, ik gung zowat van de bienen (Zwinderen)