U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spektakel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gries: Dat zal hum gries gelden, dat is: het zal er mal um weggaon, dat zal een spektakel worden (Sleen)
- spektakel: Ie mut niet aoveral zo'n spektakel van maken (Zuidwolde)
- spektakel: Het gef een hoop spektakel met die renovatie van die hoezen
- spektakel: Um die neie weg meuken ze een spektakel, het was nich mooi meer (Barger Oosterveld)
- spektakel: Ik heb er een boel spektakel mit en hie schut er niks mit op (Ruinerwold)