U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spenen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- soepel: De spenen bint goud soepel (Gieten)
- speen: Die koe hef de spenen aordig drong bij mekaar zitten (Exlo)
- streupen: Bij korte spenen moej struppen (Wapserveen)
- uierzalf: As de spenen ontsteuken bint, dan moej uierzalf gebruken (Beilen)
- zommertet: As de spenen verbraand bint, dan bint het zomerspenen (Hollandscheveld)