U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spiekern"
Resultaten 1 - 9 van 9
- kistbalk: Wij moet die kistbalken der nog langs, ... tuschen spiekern (Sleen)
- lat: Ik zal der een ende lat an spiekern (Roderwolde)
- schroeve: Ie kunt er beter een schroef indrèeien, dat is beter as spiekern (Beilen)
- schroeven: Dat holt moej niet spiekern, dat moej schroeven (Wijster)
- spiekern: Hoe hoge murre wij de plaanken an de schure spiekern? (Ruinerwold)
- spiekern: IJ hebt daor gien armslag bij het spiekern (Anderen)
- verdekt: Verdekt spiekern is zo ver slaon, dat de kop in het holt zit (Schoonebeek)
- verdekt: Schroten moej verdekt spiekern (Klazienaveen)
- verkapt: Verkapt spiekern