U zocht voorbeeldzinnen met daarin "split"
Resultaten 1 - 10 van 10
- loezenrikkien: Vrogger meuke wij in het split van een hemd
- spinnegien: Aj een split in een rok nèeit, moej der een spinnegien opnèeien um te zörgen dat het niet inscheu (Borger)
- split: An de bloktonge zat een split, waor aj het diksel in
- split: De tonge van de lankwagen kan nich in het split van de bloktong; hij is te dik (Barger Compascuum)
- split: Opa haar nog een split in zien roodbaoien hemd (Valthermond)
- split: Het split in het hemd was te klein; de kop kun der niet deur (Gasselte)
- split: Een split in de boks
- split: Wij hebt de weg verhard met split (Sleen)
- trens: Ik maok mij een trensie in de split van de rok (Grolloo)
- vlooienrikkien: Zo'n split was gewoon inknipt en weur gewoon zeumd en op het èende weurden der trensies in maakt ov (Oosterhesselen)