U zocht voorbeeldzinnen met daarin "spuiten"
Resultaten 1 - 7 van 7
- spuit: Ze gaot tegenwoordig overal met de spuit bijlanges om de bool dood te spuiten (Hijken)
- spuiten: Je moet niet op de bloemen spuiten (Balloo)
- spuiten: spuiten
- spuiten: Wie meut de eerappels nog spuiten (Barger Oosterveld)
- spuiten: Hie hef de auto vanneis spuiten laoten (Odoorn)
- spuiten: Ie meut de plaanten even spuiten, aans verdreugt ze oe (Pesse)
- vortkwienen: Het roet kwient zo vort nao dat spuiten (Sleen)