U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stamper"
Resultaten 1 - 4 van 4
- stamper: Wij moet de kleien deel nog met de stamper anstampen (Sleen)
- stamper: Waor is mien stamper van de proppenschieter? (Klazienaveen)
- stamper: De laadstok van een geweer is een stamper (Eext)
- stamper: In de kaarntun zat een stamper (Beilen)