U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stark"
Resultaten 1 - 20 van 70
- achterumkieken: Det is niet stark ebouwd; door hej nogal gauw achterummekieken mit (Broekhuizen)
- bezunder: Die jongs bint slim stark, maor Klaos in het bezunder (Diever)
- bodengoed: Dat bodengoed is dik en stark (Sleen)
- conflectie: Hij is neet stark van conflectie
- dòp I: As de kippen gien scharp kriegt, bint de doppen niet stark (Hijken)
- dresseerkar: Een dresseerkarre is een stevige kar op 2 wielen met vaste bomen en een stark veurbröd (Koekange)
- eulifant: Hai is zo dik, ... zo stark (Emmen)
- eulifant: Hij is zo lomp as een olifant en zo stark as een leeuw (Zuidwolde)
- gaoren: Het is duvels stark gaoren (Norg)
- gebint: Hie was niet al te stark. Hie had zogezegd gien hechte gebinten, mor het was een ingoeie kèrel
- gedrungen: Hij hef een wat gedrungen figuur, mar stark dat hij is! (Meppel)
- geheugen: een stark geheugen (Buinen)
- gestel: Die hef een stark gestel (Hollandscheveld)
- gorries: Een gorries van een kerel is een stark biest (Exlo)
- groevenneuger: Het gebruuk was hier niet zo stark as in de zaanddorpen, maar vrogger was bij aoverlieden van de nao (Hoogeveen)
- haand: Die moej oet de handen blieven, ... niet in de handen vallen, die is gloepends stark (Sleen)
- hondewup: Hondewup is heel stark touw, waor 's winters de starten van de konen mit opbunden wordt (Ruinen)
- ies I: As het op aold ies verdan vrös, kan het wel ies stark worden (Sleen)
- iezer: Dat mot met iezer beslaogen wezen, aanders is het niet stark genog (Anloo)
- inbörst: is stark van inbörst (Grolloo)