U zocht voorbeeldzinnen met daarin "steigern"
Resultaten 1 - 7 van 7
- steigern I: Dat peerd schrök en begunde te steigern (Eext)
- steigern I: As het peerd niet trekken wol, gung ie steigern (Wapserveen)
- steigern I: Aj dat tegen hum zegt, begunt e drekt te steigern (Sleen)
- steigern I: Tegen wat steigern
- steigern II: Wij moet steigern, anders kuw der niet meer bij (Zwinderen)
- steigern II: Het steigern is nog slimmer dan het metseln (Pesse)
- steigern II: *Ie mötten mit steigern net zoveule verdienen as mit dekken