U zocht voorbeeldzinnen met daarin "steil"
Resultaten 1 - 17 van 17
- baok: Die man is al zo jong niet meer en hij is nog zo steil as een baok, ... baoken (Valthermond)
- bats II: bonken, det dede wij mit een batsie, een steil schuppie (Pesse)
- gaostok: Aj niet zo steil meer kunden en het lopen minder worde, dan keek ie uut naor een gaostok (Hoogeveen)
- haor I: As een koe dempe is, stiet het haor der steil op (Hoogeveen)
- kèers: Hij löp zo steil as een keerze (Havelte)
- pen: Zo steil as 'n pen
- roos II: Ik heb last van roos; het haor stiet mij steil op (Dwingelo)
- steil: Het haor stund hum steil op de kop (Hoogeveen)
- steil: Hij is zo steil as baok, ...een kèers, ...een paol (Sleen)
- steil: Een steil op en daele
- steil: Ik bin er steil met an
- steil: Hij was er steil met verlegen (Hijken)
- steil: Hij hef het steil benauwd (Havelte)
- steil: Hij was hum steil de baos
- steil: Ik magge het steil graeg heuren
- steil: Al dat gekiek naor die televisie; ik bin der steil zat van (Kerkenveld)
- vallen: Hij is steil achteraover evallen (Hoogeveen)