U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stempel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- stempel: Der is gien stempel op de postzegel kommen (Gasselte)
- stempel: IJ kunt gauw iene een stempel opzetten
- stempel: Dat veurval drukte een stempel op dat feest
- stempel: De stempel van de balderbusse worde te draoderig (Ruinerwold)
- stempel: De stempel was een stokkie iezer mit een haemertien der an (Wapserveen)