U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ster"
Resultaten 1 - 7 van 7
- fieseltien: fli(n)ster
- köppelhalster: ster andoen (Pesse)
- ster: In reken was ik nooit zo'n ster (Hijken)
- ster: rooie ster
- uunster: Wij hebt nog een nei uu(n)ster, ...aanster in hoes (Sleen)
- verschieten I: De ster, die verschöt (Sleen)
- wens: Bij een vallende ster muj een wens doen (Stieltjeskanaal)