U zocht voorbeeldzinnen met daarin "steun"
Resultaten 1 - 12 van 12
- gatenplant: Mien hengel bruuk ik noou mor as steun veur de gaotenplaant (Eext)
- inkepen: De stiel moet inkeept worden om de schaor steun te geven (Roderwolde)
- mankering: Meinsen, die wat mankering an de benen hebt, hebt een hele steun an een haandstok (Beilen)
- pioenroos: De pioenroos met zien grote blooumen mot een steun hebben, aans zakt e oet 'nkander (Eext)
- schoorbalk: Een schoorbalke of schoorplaanke is een schune balke of plaanke veur steun (Nieuw Amsterdam)
- staon: Aj op steun staot, moej je ienmaol in de week melden (Borger)
- steun: Der mot een steun under die tak (Eext)
- steun: Die man, daor hej gien steun an (Erica)
- steun: As buren hew een boel steun an mekaar (Zwinderen)
- steun: Die man stiet al jaoren op steun; hie kan niks, mor wil ok niks
- steun: Zij leeft van de steun (Nieuw Dordrecht)
- subsidie: Vrogger kregen ze steun, tegenwoordig subsidies (Wapse)