U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stiekel"
Resultaten 1 - 6 van 6
- dauwdiesel: Een dauwdiesel is een stiekel, die paars bluit (Stieltjeskanaal)
- empen I: Wees niet zo empen, ik moe de stiekel der toch even oethalen (Sleen)
- stiekel I: Hie hef een stiekel in het water
- stiekel I: Dei jong, ba, wat is dat een stiekel, door kuj beter bie wegblieven (Barger Oosterveld)
- stiekel II: Hai was aordig stiekel vanmörgen (Roden)
- stiekelig: stiekel