U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stielen"
Resultaten 1 - 10 van 10
- bekanten: want det meut stielen worden (Pesse)
- gebint: Doew de beide stielen stönden en de balke der tussen, waren de gebinten klaor (Ruinerwold)
- gebintsheufd: Het gebintsheufd, dat is de zwaore balk, die op de stielen leg (Gasselte)
- gebintsheufd: Under het gebintheufd staot tweei stielen (Eext)
- gebintskop: De stokken van de heufdbalke of dwarsbalke, die buten de stielen uutstikt, dat bint de gebientskoppe (Hoogeveen)
- golf II: De deel was verdeeld in vakken of golen deur de stielen met gebinten (Kloosterveen)
- grondvak: Het grondvak is het gedeelte tussen 4 stielen; hoe groter de schure, hoe meer grondvakken (Noordscheschut)
- heufdbalke: Twie stielen waren heufdbalke of dwarsbalke (Hoogeveen)
- stiel I: Olde stielen zit nog mit pinnen in of an mekaer (Diever)
- stiel I: De veur umhoog lopende stokken van het spinnewiel bunt stielen (Barger Oosterveld)