U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stoffig"
Resultaten 1 - 5 van 5
- stoffig: De laamp is stoffig (Zeyen)
- stoffig: In het olde huus was het aordig stoffig (Beilen)
- stoffig: boeken waren stoffig (Hooghalen)
- stoffig: De instopper had nogal stoffig waark (Roden)
- windejagen: Wiendejaegen was een stoffig wark (Wapserveen)