U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stofzoeger"
Resultaten 1 - 6 van 6
- krummelderij: de stofzoeger, op het kleed lig wat krummelderije (Diever)
- raozen: Die stofzoeger raost aordig, zet hum ies oet (Sleen)
- schippertien: Zo gauw as schippertien schietgeld komp, koop ik een neie stofzoeger
- stofzoeger: Wat hef mien vrouw een gerief van die stofzoeger (Drouwen)
- stofzoeger: De knarrie kwam mij in de stofzoeger (Gasselte)
- stubber: Der lig niet genog rommel veur de stofzoeger; pak het stubberie der mor bij (Eext)