U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stop"
Resultaten 1 - 13 van 13
- beddedeur: Ik stop je achter de beddedeuren
- dodde I: Dat raampien is kepot, stop der even een dodde stro in, dan is het tochten daon (Zweelo)
- halt: Halt, stop is even, hoe is het met je vao? (Sleen)
- how: How, how, stop is even, dat he'k niet zegd (Barger Oosterveld)
- loering: Of en toe stop ik wat geld achteroet in de
- ofmoorden: Ik stop der mit, ik wil mie nich langer ofmoorden (Roswinkel)
- paosvuur: /Wi'j oes dat niet geven/Dan zuj niet lang mèer leven/Wi'j oes dat niet doen/Dan stop wij je de sch (Coevorden)
- paosvuur: .../Stop wij je in de schörstienkroen
- stop I: *Beter een maal stop as een mooi gat (Anderen)
- stop II: Ho, stop, ik wil ok nog met! (Sleen)
- toestoppen: Wi'j oes niet wat doen, stop wij je de schörstien toe
- Trien(e): *Trientien, Trientien, Troelala/Musken bint gien vinken/Stop de boer een doem in het gat/Dan kan e n
- wel I: Wij zit al in de welle, stop maor mit spitten (Dwingelo)