U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stoppel"
Resultaten 1 - 16 van 16
- anrieven: Met een trekrief, door wör de stoppel met anreven (Eexterveen)
- kammerig: Gien mooie stoppel, een beetien kammerig (Nieuw Amsterdam)
- mesbult: Wij wilt de mesbult nog even over de stoppel brengen (Drouwen)
- ofharksel: Ofharksel was stro, wat liggen bleef op de stoppel (Roden)
- peerdetoog: Met een peertoog, ...trekrief wör de stoppel met anreven (Eexterveen)
- rillen II: Het stoppellaand gungen ze rillen. Dat is: de voor op de kop er naost op de stoppel leggen (Roderwolde)
- schol I: De stoppel wör veur de winter wel op schollegies plougd (Eexterveen)
- stoppel: Het land lig in de stoppel
- stoppel: Een trekrief, door wör de stoppel met anreven (Eexterveen)
- stoppel: Wij wilt de mesbult even over de stoppel brengen
- stoppel: Ik heb raaigras in de stoppel zaaid (Emmer Compascuum)
- stoppel: In stoppel messen
- stoppel: De stoppel moet nog bijklopt worden (Dalen)
- stoppel: *Het is ongeliek verdield: een grösmeier mag wel op de stoppel pissen, mar een kapper niet (Kerkenveld)
- tochtrief: Nog even met tochtrief over de stoppel (Eelde)
- zwartjagen: Met het zwartjagen van de stoppel (Sleen)