U zocht voorbeeldzinnen met daarin "strabant"
Resultaten 1 - 4 van 4
- strabant: Dat jong is aordig strabant, die moew ies goed anpakken (Nieuw Dordrecht)
- strabant: Wat een strabant vrommes is dat! (Oosterhesselen)
- strabant: Hij kun strabant optreden
- strabant: Wat een strabant van een jong (Sleen)