U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stroek"
Resultaten 1 - 3 van 3
- bos I: IJ kunt het net zo goed op bos en stroek hangen
- hege: IJ kunt het net zo goed op de heeg hangen, ...op heeg en stroek, ....op bos en stroek
- stroek: Wat een olde stroek (Roderwolde)