U zocht voorbeeldzinnen met daarin "strontvervelend"
Resultaten 1 - 3 van 3
- overkom'men II: Die kinder waw gauw met overkommen, zie waren strontvervelend (Oosterhesselen)
- strontvervelend: De jongen waren strontvervelend, wij kriegt ander weer (Klazienaveen)
- strontvervelend: Doe niet zo strontvervelend! (Havelte)