U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stuit"
Resultaten 1 - 8 van 8
- börst: Dat stuit mij tegen de börst (Diever)
- stuit I: Hie is op zien stuit vallen (Oosterhesselen)
- stuit II: Hie had een hiele stuit knikkers bij zuk (Sleen)
- stuit III: op ien, ...een stuit
- stuit III: Ze kwamen allemaole op iene stuit (Ruinerwold)
- stuit III: Alles mut altied op een stuit gebeuren (Hollandscheveld)
- stuit III: op stuit
- stuit III: Bie hum mot alles op stuit gebeuren (Barger Oosterveld)