U zocht voorbeeldzinnen met daarin "takeln"
Resultaten 1 - 3 van 3
- holtket: De holtket kwam um de boom toe um hum op te takeln. Het was een dikke ket met grote schallen; touw k (Sleen)
- takeln: Dat moei met een liere omhoog takeln (Erica)
- zwèeistok: Een zwèeistok of zwèeiboom mit een takel der an, um uut schepen te takeln of te lössen of laden (Zuidwolde)