U zocht voorbeeldzinnen met daarin "takken"
Resultaten 1 - 20 van 37
- bos II: Een bos ieken takken (Emmen)
- bugen: De takken gungen bugen, zoveul proemen hunger er an (Borger)
- droest I: De appels zit van het jaor in droesten an de takken (Eext)
- droest I: Veurig jaor hebt wij de lindebomen nog ofzaogd en non zit er al weer een droest takken op (Drouwen)
- hak: Met dat mes kunj jo niks mèer begunnen, het is jo allemaol hakken en takken (Hijken)
- hak: Hij knipte met hakken en takken (Weerdinge)
- hak: As L. aan het behang ofknippen is, worden het aalmaol hakken en takken (Valthermond)
- haorsnieder: As die haorsnieder je het haor knipt, is het gien gezicht met al die hakken en takken (Odoorn)
- hellen: Deur de zwaore snei begunt de takken van de struken slim te hellen (Diever)
- houwen: De takken der of houwen (Hoogeveen)
- iesregen: De takken waren ofbreuken met die iesregen (Zweelo)
- kinderkaor: De kinderkrooie, daor weurden takken over daon uut de weenbosse (Klazienaveen)
- knakken: Zij hadden mij net de mooiste takken der of eknakt (Hoogeveen)
- knappen: Dai takken binnen knapt, wat jammer (Valthermond)
- kribbelbos: Veur spluten hej takken van kribbelbossen neudig (Sleen)
- liesterkrallenboom: Oet een liesterkrallenboom sneden wie takken um der fluities van te maken (Barger Oosterveld)
- ofhouwen: Nou moej eerst de takken van de stam ofhouwen (Balloo)
- ofkappen: Van die boom hew een paar takken ofkapt, want die hungen oos in de weg (Zwiggelte)
- ofleggen: Wij hebt van die heester een paar takken of elegd um neie stekken te kriegen (Fluitenberg)
- sabeln: Wie hef daor op die zende zitten te sabeln, het bennen almaol hakken en takken (Klazienaveen)