U zocht voorbeeldzinnen met daarin "taofelklied"
Resultaten 1 - 6 van 6
- bedarven: IJ hebt dat hiele taofelklied bedörven met je gemos (Zweelo)
- bemotten: Zij heb het hiele taofelklied bemot (Hoogeveen)
- koffievlek: Het taofelklied was almaol koffievlekken (Weerdinge)
- taofelklied: Ik heb kèersvet in het taofelklied kregen (Oosterhesselen)
- triep: Dat taofelklied is van goeie triep (Nijeveen)
- zwilken: Wij moet een neie zwilken taofelklied hebben (Sleen)