U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tarten"
Resultaten 1 - 4 van 4
- larten: Ik heb hier nog wat larten en tarten
- tart I: Ik heb hier nog wat larten en tarten (Eelde)
- tarten: Dan duur ik je tarten daj der een woord van verstaot van die Friese kooplu (Sleen)
- tarten: IJ moet die hond niet zo tarten, want dan wordt e vals (Dalen)