U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tens"
Resultaten 1 - 6 van 6
- tens I: dan is de deursnee de tens (Sleen)
- tens II: De aolde baos had 's nachts de piep aaid tens op schurstiebossem liggen
- tens II: Die boerderij stiet tens op de straot
- tens II: Dat holt, daor kiek ij tens tegen an
- tens II: Ik lag der tens veur (Padhuis)
- tens II: Die zat tens van mij