U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tepen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- plukhaak: De plukhaak was veur heui tepen (Klazienaveen)
- teep: Doe mij de teep even, ik wil wat heui tepen (Klazienaveen)
- tepen: Doe mij de teep even, ik wil wat heui tepen (Klazienaveen)
- tepen: Der liggen tien biggen an de motte te tepen (Barger Compascuum)