U zocht voorbeeldzinnen met daarin "toeholden"
Resultaten 1 - 3 van 3
- toeholden: Waor aj bij bint, wor ie bij rekend; ie kunt overal niet bij toeholden (Hijken)
- toeholden: Ie moet hum de vinger niet toeholden, want dan bet hij hum der of (Klazienaveen)
- toeholden: Ik zal oe een snee stoete toeholden (Ruinerwold)