U zocht voorbeeldzinnen met daarin "toeren"
Resultaten 1 - 20 van 22
- bargop: In Frankriek giet het bij toeren bargop en bargof (Sleen)
- deurlopen I: Hij is een beetien aordig, net of het hum bij toeren een beetien deurlöp (Smilde)
- graafloon: Het graafloon in het veen was bie toeren heil leeg (Barger Oosterveld)
- halsbrekend: Hij haalde halsbrekende toeren oet (Westerbork)
- hangen: Buien kunt lang hangen blieven en de mist blif bie toeren ok lange hangen (Barger Oosterveld)
- lumen I: Mit lumen en nukken/Bij toeren en rukken (Zuidwolde)
- paartietoeren: Hie kan paartie toeren zo kwaod worden (Balloo)
- partie I: paartie(toeren)
- roffel: het is bai toeren slimmer as bai zetten
- ruk: Het is bij toeren slimmer as bij rökken (Hoogeveen)
- toer: Zij haalden de gevaarlijkste toeren uut (Erica)
- toer: Toeren tellen bij de breikouse (Nijeveen)
- toer: Aj slim haard umdeel zakt, kriej paartie toeren een maal geveuil in de maog
- toer: Bie toeren zu'j hum der eine anhouwen
- toer: Bij rokken is het nog slimmer dan bij toeren
- toer: Smangs en bij toeren en soms en bij tieden kan e
- toer: over de toeren
- toer: Hij har een ongeluk had en doe was zien vrouw helemaol over zien toeren (Anderen)
- toer: Die klokke is over de toeren
- toer: Hij was boven de toeren