U zocht voorbeeldzinnen met daarin "togen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- goldpepier: *Haoken en ogen/Tikke, takke togen/Goldpapier/Singelingelier/De boom valt om/ Draai je nog eens om (Hoogeveen)
- haak: Haken en ogen/ Tikke, takke togen/Wit pampier/Zwart pampier/Zo komt pouwel Jones hier
- haak: Tikke, takke togen/Hans spant spier/Tierelierelier/De boom waait om/ Alle mooie meisjes keren zich o (Eext)
- ronselbos: Nao het togen meuken we ronselbossen (Roswinkel)
- tiegen I: De kwaojongen togen der met veul koeraozie op of (Roden)
- togen: De aksters bint an het togen
- togen: Vuurtien togen deden wij as kiender vake in het heideveld
- toog II: Eerder bie de processie hadden een stuk of wat misbedeinders rooie togen an (Barger Oosterveld)